De Nieuwkerk werd al in de 13e, 14e en 15e eeuw genoemd en is in 1568 door brand volledig verwoest. Al direct daarna werd begonnen met de wederopbouw van de kerk. In 1572, toen Dordrecht de zijde van prins Willem van Oranje had gekozen, transformeerde dit gebouw van de katholieke kerk in een kerkgebouw, bestemd voor de gereformeerde eredienst.

Eind 1960 werd in de Nieuwkerk de laatste kerkdienst gehouden, waarna het kerkgebouw werd gesloten. Om het voortbestaan van dit in staat van verpaupering verkerende middeleeuwse kerkgebouw te verzekeren, kwam op enig moment het plan naar voren het eigendom van de kerk en het omliggende terrein over te dragen aan een derde om vervolgens de kerk bouwkundig gezien te consolideren. De gemeente Dordrecht wilde aanvankelijk het kerkgebouw slopen, maar werd onder andere door actief verzet hiertegen van de in het leven geroepen Stichting tot Behoud van de Nieuwkerk op andere gedachten gebracht. In 1974 werd de kerk met de bijgelegen grond aan het Nieuwkerksplein door genoemde stichting van de kerkvoogdij aangekocht.

Al in 1971 was de Stichting tot Bevordering Stadsherstel Dordrecht opgericht met het oogmerk te komen tot de N.V. Stadsherstel Dordrecht. De inderdaad tot stand gekomen nv heeft talrijke monumentale panden laten restaureren, waaronder ook de Nieuwkerk. De Nieuwkerk werd omgebouwd tot een gebouw met wooneenheden en bedrijfsruimten. In 1987 werd de kerk in haar nieuwe gedaante officieel geopend.

Uit de archiefstukken blijkt niet wanneer precies de Stichting tot Behoud van de Nieuwkerk is opgericht, noch hoe het bestuur was samengesteld en wanneer de stichting is opgeheven. Mogelijk zal het jaar waarop de N.V. Stadsherstel Dordrecht zich over het kerkgebouw heeft ontfermd, het jaar zijn geweest waarop de stichting is ontbonden.