In 1961werd de Stichting "Rooms-Katholiek Woonwagenwerk Dordrecht en Omgeving" opgericht. De totstandkoming hiervan kwam voort uit de bewogenheid van de rooms-katholieke gemeenschap in Dordrecht met de situatie, waarin de woonwagenbewoners verkeerden.
Van meet af aan kreeg de stichting subsidie in de exploitatiekosten uit de rijks- en gemeentekas. Daar hoorden de kosten van geestelijke verzorging, kerkelijke feesten, materiële hulpverlening e.d. niet bij, vanwege het Nederlands principe dat 'kerk en staat' gescheiden zijn.

De stichting rekende tot haar takenpakket onder andere ook: clubwerk, sport en spel-activiteiten, vakantiewerk en huiswerkbegeleiding. Vanaf de oprichting was er een maatschappelijk werker in dienst, die kantoor en spreekuur hield in het clubgebouw op het woonwagenkamp aan de Mijlweg in Dordrecht. Later kwamen er een sociaal-cultureel begeleider voor het jeugd- en volwassenwerk en een onderwijskracht voor huiswerkbegeleiding als collega's bij.
Ook op de woonwagenkampen in Zwijndrecht, Sliedrecht en Alblasserdam waren woonwagenkampen was de stichting actief.

Het bestuur bestond aanvankelijk uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en een gewoon lid. Later kwam er een gewoon lid bij en als adviseurs: de beheerder van het woonwagenkamp, een vertegenwoordiger van de Landelijke Bond Woonwagenwerk en de eerder genoemde sociaal-cultureel begeleider.

In 1972 werd het woonwagenkamp aan de Mijlweg ontruimd om plaats te maken voor een noodwoonwagenkamp nabij de Tweede Tol.