Archiefvormers
Rumfordse Soepkokerij
Naam archiefvormer:
Rumfordse Soepkokerij
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
n.v.t.
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1800. Bron: krantenartikel in de Dordrechtsche Courant van 11 december 1899
Opgeheven:
in 1931, de organisatie als zodanig is blijven voortbestaan tot in ieder geval 1956. Bron: notulen van de vergadering van commissarissen van 18 juni 1931
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
n.v.t.
Taken:
Het bereiden en gedurende de wintermaanden uitdelen van voedsel aan arme inwoners van Dordrecht en Dubbeldam
Nadere informatie:
In 1800 werd de Rumfordse Soepkokerij formeel opgericht. Zij trad per 1 januari 1801 feitelijk in werking. Niet alleen Dordrecht , maar ook Dubbeldam behoorde tot haar werkterrein. Niet slechts op het Eiland van Dordrecht, maar ook op veel plaatsen elders in ons land werden dergelijke initiatieven ontplooid. De naam is afgeleid van Benjamin Thompson, graaf van Rumford (1753-1814) die zich ijverig heeft ingezet voor allerlei weldadigheidswerk, waaronder het uitdelen van voedsel aan arme mensen.
Kennelijk waren in die tijd de levensmiddelen zo duur - er was al een tijd een oorlog gaande waaronder de handel sterk leed - dat de minder welgestelde Dordtenaren en Dubbeldammers maar ternauwernood te eten hadden.
Er werd een commissie geïnstalleerd, bestaande uit 14 commissarissen die jaarlijks kaarten 'tot uitdeling van spijzen aan behoeftigen' verkochten aan welgestelde inwoners van Dordrecht en Dubbeldam. Die kaarten werden vervolgens uitgedeeld aan armen die met zo'n kaart in de hand in de wintermaanden totaal twaalf maal voedzame soep konden afhalen. Van de verkoopopbrengsten van de soepkaarten kocht de commissie voeding en stooksel in. Een deel van het voormalige oudevrouwenhuis in Dordrecht werd door het stadsbestuur van Dordrecht beschikbaar gesteld en ingericht als centrale keuken om het voedsel te bereiden. De uitdeling heeft zich al die jaren niet beperkt tot alleen maar soep; ook was er lange tijd sprake van uitdeling van brood, vleeswaren e.d.
Kennelijk waren in die tijd de levensmiddelen zo duur - er was al een tijd een oorlog gaande waaronder de handel sterk leed - dat de minder welgestelde Dordtenaren en Dubbeldammers maar ternauwernood te eten hadden.
Er werd een commissie geïnstalleerd, bestaande uit 14 commissarissen die jaarlijks kaarten 'tot uitdeling van spijzen aan behoeftigen' verkochten aan welgestelde inwoners van Dordrecht en Dubbeldam. Die kaarten werden vervolgens uitgedeeld aan armen die met zo'n kaart in de hand in de wintermaanden totaal twaalf maal voedzame soep konden afhalen. Van de verkoopopbrengsten van de soepkaarten kocht de commissie voeding en stooksel in. Een deel van het voormalige oudevrouwenhuis in Dordrecht werd door het stadsbestuur van Dordrecht beschikbaar gesteld en ingericht als centrale keuken om het voedsel te bereiden. De uitdeling heeft zich al die jaren niet beperkt tot alleen maar soep; ook was er lange tijd sprake van uitdeling van brood, vleeswaren e.d.
Nadere informatie 2:
Het jaar 1931 betekende een keerpunt. In dat jaar werd het besluit genomen de Rumfordse Soepkokerij te gaan beëindigen en de kookketels op te ruimen. Ook werd de huur van haar onderkomen - sedert 1904 het hoekpand Korte Nieuwstraat-Vest - bij de gemeente Dordrecht op te zeggen. Er werden steeds minder soepkaarten afgenomen. Bovendien was de baas van de soepkokerij al 70 jaar oud. Hem pensioen verlenen om een nieuwe baas aan te stellen, ging de financiële draagkracht van de Rumfordse Soepkokerij te boven.
In december van 1931 is met de soepuitdeling daadwerkelijk gestopt. In de daaraan voorafgaande jaren werd gedurende veertien weken in de winter, vier maal per week aan arme inwoners soep verstrekt.
Er waren evenwel diverse fondsen in bezit van de Rumfordse Soepkokerij, waardoor de commissie van commissarissen intact moest blijven om die te blijven beheren. Vanuit die fondsen werden voortaan giften verstrekt aan uiteenlopende plaatselijke maatschappelijke instellingen, zoals: Vereniging Armenzorg, kinderbewaarplaats, Leger de Heils, zwakzinnigenzorg, kinderhulp, Dorcas, minvermogende kraamvrouwen en Pro Juventute.
Het bewaard gebleven notulenboek van de vergaderingen van de commissarissen eindigt met de vergadering op 31 januari 1956. Onduidelijk is of de instelling met de gehandhaafde naam Rumfordse Soepkokerij daarna definitief is opgeheven en wat er gedaan is met het geldelijk bezit van de instelling.
In december van 1931 is met de soepuitdeling daadwerkelijk gestopt. In de daaraan voorafgaande jaren werd gedurende veertien weken in de winter, vier maal per week aan arme inwoners soep verstrekt.
Er waren evenwel diverse fondsen in bezit van de Rumfordse Soepkokerij, waardoor de commissie van commissarissen intact moest blijven om die te blijven beheren. Vanuit die fondsen werden voortaan giften verstrekt aan uiteenlopende plaatselijke maatschappelijke instellingen, zoals: Vereniging Armenzorg, kinderbewaarplaats, Leger de Heils, zwakzinnigenzorg, kinderhulp, Dorcas, minvermogende kraamvrouwen en Pro Juventute.
Het bewaard gebleven notulenboek van de vergaderingen van de commissarissen eindigt met de vergadering op 31 januari 1956. Onduidelijk is of de instelling met de gehandhaafde naam Rumfordse Soepkokerij daarna definitief is opgeheven en wat er gedaan is met het geldelijk bezit van de instelling.
Archieftoegang(en):
laatste wijziging 07-07-2021