De gemeente Giessendam heeft in 1947 een verzoek aan de Kroon gericht tot grenswijziging tussen de gemeenten Giessendam en Hardinxveld. Dit omdat er in de gemeente Giessendam geen voldoende ruimte meer aanwezig was voor een stelselmatige uitbreiding van de bebouwde kom. Er waren al eerder pogingen ondernomen voor de beoogde grenswijziging: in 1918, 1920, 1932, 1935 en 1939. Eenmaal, in 1920, kwam er zelfs een ontwerpwet tot grenswijziging tot stand, maar de verdere uitwerking hiervan bleef achterwege.

Een andere optie, de samenvoeging met de gemeente Hardinxveld, stuitte bij de meerderheid van gemeenteraad van Giessendam op grote bezwaren. Dit in tegenstelling tot de meerderheid van het college van B en W van Giessendam, het college van Gedeputeerde Staten en de Hardinxveldse gemeenteraad.
In verband hiermee werd in 1950 de Commissie tot bevordering van de gemeentelijke zelfstandigheid in het leven geroepen. Die commissie bestond uit drie gemeenteraadsleden. De gemeentesecretaris trad op als commissie-secretaris.

Na het inwinnen door de commissie van diverse externe adviezen over de problematiek stopt in 1953 de correspondentie van en over de commissie. Toen werden de contouren al zichtbaar van de nieuwe gemeente Hardinxveld-Giessendam die uiteindelijk per 1 januari 1957 tot stand zou komen.