Mijn Studiezaal (inloggen)
Archiefvormers
Burgerlijk Armbestuur
Naam archiefvormer:
Burgerlijk Armbestuur
Vestigingsplaats:
Papendrecht
Onderdeel van:
gemeente Papendrecht
Opgericht:
1856. Bron: gemeenteraadsbesluit van 15 maart 1856 tot vaststelling van het reglement van het Burgerlijk Armbestuur
Opgeheven:
1964. Bron: niet bekend
Ontstaan uit:
Verenigd of gemengd Hervormd Diaconie- en Burgerlijk Armbestuur
Opgegaan in:
College voor de verlening van bijstand
Taken:
- Verlenen van financiële en/of materiële ondersteuning aan behoeftige inwoners die hiervoor op de gemeente zijn aangewezen.
- Adviseren en inlichten van het gemeentebestuur over alle zaken die het armwezen betreffen, waarschijnlijk in essentie niet veel anders dan van bovenvermeld gezamenlijk armbestuur.
- Adviseren en inlichten van het gemeentebestuur over alle zaken die het armwezen betreffen, waarschijnlijk in essentie niet veel anders dan van bovenvermeld gezamenlijk armbestuur.
Nadere informatie:
In 1856 werd in plaats van het gezamenlijk armbestuur door de gemeenteraad het Burgerlijk Armbestuur (her)opgericht. De Diaconie van de Hervormde Gemeente pakte haar oude rol als op zichzelf staand (kerkelijk) armbestuur weer op.
Het reglement voor het Burgerlijk Armbestuur uit 1856 bevat geen taakomschrijving, maar de taken zullen in essentie niet hebben afgeweken van die van het gezamenlijk armbestuur, zij het dat de bijstandverlening zich zal hebben beperkt tot diegenen die geen aanspraak konden maken op bijstand door het Diaconie-Armbestuur.
Het Burgerlijk Armbestuur bestond uit drie leden: een voorzitter en twee ‘gewone’ armmeesters. Het vergaderde op vastgestelde tijden, en verder zo vaak als de leden dit nodig vonden. Het armbestuur werd ondersteund door een betaalde ontvanger, tevens secretaris, die met het beheer van de inkomsten en uitgaven en met secretariële taken was belast.
In 1919 respectievelijk 1940 werd een nieuw reglement voor het Burgerlijk Armbestuur vastgesteld. Het Burgerlijk Armbestuur bestond in 1919 uit vijf door de gemeenteraad benoemde leden; in 1940 werden dat vier door de gemeenteraad benoemde leden, buiten het door het college van burgemeester en wethouders aangewezen lid van het college, dat het voorzitterschap vervulde. Het vergaderde minstens eenmaal per maand en verder zo vaak men nodig achtte.
Het reglement voor het Burgerlijk Armbestuur uit 1856 bevat geen taakomschrijving, maar de taken zullen in essentie niet hebben afgeweken van die van het gezamenlijk armbestuur, zij het dat de bijstandverlening zich zal hebben beperkt tot diegenen die geen aanspraak konden maken op bijstand door het Diaconie-Armbestuur.
Het Burgerlijk Armbestuur bestond uit drie leden: een voorzitter en twee ‘gewone’ armmeesters. Het vergaderde op vastgestelde tijden, en verder zo vaak als de leden dit nodig vonden. Het armbestuur werd ondersteund door een betaalde ontvanger, tevens secretaris, die met het beheer van de inkomsten en uitgaven en met secretariële taken was belast.
In 1919 respectievelijk 1940 werd een nieuw reglement voor het Burgerlijk Armbestuur vastgesteld. Het Burgerlijk Armbestuur bestond in 1919 uit vijf door de gemeenteraad benoemde leden; in 1940 werden dat vier door de gemeenteraad benoemde leden, buiten het door het college van burgemeester en wethouders aangewezen lid van het college, dat het voorzitterschap vervulde. Het vergaderde minstens eenmaal per maand en verder zo vaak men nodig achtte.
Nadere informatie 2:
In 1947 werd de naam van het Burgerlijk Armbestuur gewijzigd in dat van Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon, met dezelfde samenstelling en taakomschrijving, zoals blijkt uit het reglement van het (voormalig) Burgerlijk Armbestuur uit 1940 dat met rode pen is aangepast en toegesneden op de (nieuwe) Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Het eerste grootboek van deze instelling dateert uit 1947, zodat daaruit kan worden afgeleid dat ze in dat jaar feitelijk met haar werkzaamheden is begonnen.
Archieftoegang(en):
533 Gemeente Papendrecht, 1607 - 1937
laatste wijziging 19-02-2020