De Armenwet van 1912 (Stb. 1912, 165) liet de hulpverlening aan de armen nog vooral over aan kerken en particulieren. Financiële hulp van de kant van de gemeenten werd uitgevoerd door instellingen als een Burgerlijk Armbestuur en Maatschappelijk Hulpbetoon. De Algemene Bijstandswet die op 1 januari 1965 in werking trad (Stb. 1963, 284) zorgde voor een grondige ommekeer door te stellen dat de overheid verplicht was tot het verlenen van financiële hulp aan mensen die niet in hun onderhoud konden voorzien. Burgers moesten zich voortaan voor hulp tot de gemeente wenden. Het maatschappelijk hulpbetoon werd opgeheven. Voor kerken en particuliere instellingen bleef de steunverlening in natura over.De Wet Werk en Bijstand (Stb. 2003, 375), ingegaan op 1 januari 2004, is de opvolger van de Algemene Bijstandswet. De nadruk ligt daarbij veel meer op hulp bij het vinden van betaald werk.
Daarnaast vloeien anno 2009 veel taken van sociale diensten voort uit de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De WMO is van kracht sinds 1 januari 2007 en verving de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Per 1 januari 2015 is alle bestaande wetgeving op dit terrein vervangen door de Participatiewet.

Medio 1953 is de verouderde burgerlijke instelling van weldadigheid Burgerlijk Armbestuur omgezet in een Dienst voor Sociale Zaken. De dienst was een zelfstandige gemeentelijke instelling met een eigen bestuur dat de financiële en materiële ondersteuning verleende. Het bestuur bestond uit zeven leden: één voorzitter vanuit het college van burgemeester en wethouders, drie leden vanuit de gemeenteraad en drie leden vanuit de inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht. De ambtenaar voor sociale zaken / secretaris-penningmeester van het bestuur zorgde voor de invordering van alle inkomsten, deed alle betalingen en verzorgde de boekhouding. Met ingang van 1 januari 1965 kreeg de Dienst voor Sociale Zaken de status van tak van dienst op grond van de gemeentewet, met een eigen directeur die in de plaats trad van de secretaris-penningmeester en de dagelijks leiding van de dienst uitoefende. Het bestuurlijk beheer van de dienst berustte vanaf dat moment rechtstreeks bij het college van burgemeester en wethouders en niet langer bij bovenvermeld bestuur, dat werd ontbonden.
Met ingang van 1 januari 2007 is de Dienst voor Sociale Zaken opgeheven en zijn de taken ondergebracht bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst Drechtsteden (ISD), later genaamd Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), met als rechtsvorm een gemeenschappelijke regeling. De gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht Sliedrecht en Zwijndrecht werken hierin samen. Zij vormen met de SDD de grootste intergemeentelijke sociale dienst van Nederland. Voor de uitvoering is de Bestuurlijke Commissie Sociale Dienst Drechtsteden verantwoordelijk. Het beleid wordt bepaald door de Drechtraad (= dagelijks bestuur Drechtsteden).