Uw zoekacties: Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche

944 Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Inleiding
2. Zorg voor het archief
3. Materiële staat
4. Geschiedenis van de organisaties
944 Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche
Inleiding
4.
Geschiedenis van de organisaties
De geschiedenis van de gorzen en aanwassen van den Lande van Essche en de polder van het Land van Essche zijn nauw met elkaar verweven. De gorzen hebben hun ontstaan te danken aan de polder.
Op 14 april 1461 werd door Karel van Bourgondië, die ook heer van Putten was, een gors uitgegeven onder de naam het nieuw land van Strijen. Oorspronkelijk heette deze gors het ‘Loegors’, vervolgens het Wildeland en uiteindelijk werd de definitieve naam den Lande van Essche.
Het land werd uitgegeven aan Gerard Vurry en Jan Gros. Het was de bedoeling om het land te laten bedijken tot zomer- of winterland.
In juni 1479 werd het land door Loys Vurry, de zoon van Gerard, en Jan Gros, overgedragen aan Jan van Essche.
De eerste bedijking werd voltooid in 1480 maar werd kort daarna vernield door overstromingen.
In een overeenkomst uit 1483 worden door Jan en Claas van Essche en Jordin de Goir afspraken gemaakt met de aannemers en bedijkers over het bedijken van de nieuwe polder.
De polder zou nog een paar keer overstromen namelijk in 1553 en 1715.
In 1599 werd de polder nog een keer ingedijkt.
De polder heet ‘het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen’. Feitelijk bestaat de polder uit 2 delen namelijk de grond van de Uiterdijk, d.w.z. het noordelijk gelegen gedeelte langs de polder het Oudeland van Strijen en het grootste en zuidelijke gedeelte, het Land van Essche.
Toen de polder in 1599 opnieuw werd bedijkt is er een reglement opgesteld voor de verkiezing en taken van bestuursleden. Het Land van Essche leverde 3 heemraden, de Uiterdijk 2.
Na de bedijking in 1599 bleven dijken, wegen en watergangen gemeenschappelijk bezit dat verhuurd werd. De opbrengsten kwamen ten goede aan de gezamenlijke eigenaren.
De naam ‘gorzen en aanwassen van den Lande van Essche’ is ontstaan toen de eigenaren van het Land van Essche de voor de polder gelegen buitengronden, genaamd Raapshille en Nassause grond, in 1602 in erfpacht kregen.
Toen deze buitengrond in erfpacht werd uitgegeven bedroeg de oppervlakte 400 morgen.
Later sprak men over 400 aandelen i.p.v. morgens zodat de kleinste beziteenheid in de gorzen en aanwassen 1/400 aandeel was. Deze buitengronden werden evenals dijken, wegen, watergangen, visserij en vogelvangst verhuurd.
De buitengronden werden beheerd door dijkgraaf en heemraden van de polder van het Land van Essche.
Het dagelijkse beheer werd uitgevoerd door een rentmeester. Hij liet allerlei taken uitvoeren en droeg zorg voor het innen van pachten.
In 1835 wijzigde het beheer van de gorzen en aanwassen. Er werd een instructie gemaakt voor de gecommitteerde [=afgevaardigde] uit de grondeigenaren. Voortaan zou de gecommitteerde zorg dragen voor het beheer i.p.v. dijkgraaf en heemraden. Zijn taken bestonden verder uit het verhuren uit naam van de eigenaren, het zorgen voor aanbestedingen en voeren van processen.
Deze machtswijziging komt ook tot uitdrukking in de notulen.
Tot en met 1855 is de aanhef boven de notulen ‘vergadering van dijkgraaf en heemraden van de polder het Land van Essche en eigenaren der gorzen en aanwassen van den Lande van Essche’.
Vanaf 1856 luidt de aanhef:’Vergadering van heeren gecommitteerden en verdere grondeigenaren der gorzen’.

De rechtspositie van de ‘gorzen’ is een merkwaardige. Er is sprake van een gemeenschappelijk onverdeeld grondbezit waarvan verschillende personen ongelijke delen in eigendom bezitten.
Bij de vaststelling van de instructie in 1836 werd tevens besloten een inventaris en register van grondeigenaren aan te leggen.
5. Verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Datering:
1436 - 1979
Auteur:
T. Baas (2011)
Titel inventaris:
Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.