Uw zoekacties: Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buiten...

773 Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
1.1. A. bedijking
1.2. B. afwatering/bemaling
1.3. C. wegenbeheer
1.4. D. bestuursinrichting
773 Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder
Inleiding
1. Geschiedenis
1.4.
D. bestuursinrichting
De samenstelling van het bestuur heeft in de loop der tijden nogal wat veranderingen ondergaan.
Het oudste bestuur wat bekend is dateert van 1580 en is gezien de datum van bedijking ook vermoedelijk het eerste bestuur.
De samenstelling was toen als volgt:
a. Jhr. Aerent Cornelisz. van der Mijle, dijkgraaf, tevens burgemeester van Dordrecht;
b. Jhr. Cornelis van der Mijle, heemraad;
c. Jhr. Johan van der Mijle, heemraad;
d. Mr. Johan van Muilwijck, heemraad;
e. Bartholomeus Symonsz., heemraad;
f. Adriaen de Gorter, heemraad;
g. Hendrick van Nispen Adriaenszn., penningmeester.
Het blijkt uit deze samenstelling niet wie nu wie of wat vertegenwoordigde. Uit de samenstelling van het bestuur uit 1680 blijkt dit echter wel.
a. Pompeus Berck, vrijheer van Goidschalxoord, dijkgraaf;
b. Nicolaes van der Dussen, heer van Oost-Barendrecht, voor de gronden in Mijnsheerenland, heemraad;
c. Mr. Symon van Halewijn, heemraad;
d. Johan van der Steen Johanneszn., heemraad voor Puttershoek;
e. Cornelis de Rovere, heer van West-Barendrecht, heemraad;
f. Mr. Nicolaes Vivier, heemraad;
g. Jacob Ymanszn. Lem, heemraad;
h. Stephanus Hoppel, heemraad;
i. Johannes Hoppel, heemraad;
j. Johan de Witt, penningmeester.
Uit deze samenstelling blijkt dat zowel de eigenaren van de gronden in Mijnsheerenland als die van Puttershoek een eigen vertegenwoordiger in het bestuur hadden.
Vanaf 1690 had eveneens de dijkgraaf van de polder Moerkerken zitting in het bestuur van de polder.
De voorzitter werd benoemd door de heer van Heinenoord.
Gedurende 25 jaar was de heer van Heinenoord, Mr. H. Baron Collot d'Escury echter zelf dijkgraaf en wel van 1820 tot 1845.
De bestuursleden werden tot de reglementswijziging van 1957 genoemd als het college van dijkgraaf en heemraden. Vanaf die datum veranderde die naam in voorzitter en bestuursleden. De wijziging hield verband met het feit dat in 1954 de zorg voor de waterkeringen, als gevolg van de uitvoering van de Deltawet, is overgedragen aan het waterschap De Dijkring Hoekse Waard.
Naast de zorg voor- en het beheer over de binnenpolder, kreeg het bestuur nog een andere taak toebedeeld.
De ingelanden van de binnenpolder, dus de Oost- en West-Zomerlanden, waren gezamenlijk onverdeeld eigenaar van de buitengronden, welke waren gelegen voor de polder. De leden van het bestuur werden aangezocht en aangewezen de belangen van de eigenaren -de ingelanden van de binnenpolder dus- van de buitengronden te behartigen.
Het is niet wettelijk vastgelegd dat dit college perse het bestuur van de binnenpolder diende te zijn, doch in de praktijk is het nimmer anders geweest.
De benaming van dit college luidde: Vertegenwoordiger en gecommitteerden voor de Buitengronden.
De bezoldiging voor het beheer van de buitengronden werd evenmin geregeld in het algemeen polderreglement, daar het een arbeidsverhouding betrof van privaatrechtelijke aard. Hierover zijn in het verleden nogal verschillen van inzichten ontstaan doch het uiteindelijk resultaat was steeds zoals hier voren geschetst. De buitengronden werden in 1863 gereglementeerd als een
administratieve polder, waarin een vertegenwoordiger werd voorgeschreven zoals reeds gesteld.
1.5. E. omslag
1.6. F. vergaderingen
1.7. G. archief
1.8. H. verantwoording inventarisatie
1.9. I. opheffing
2. Naschrift
3. Geraadpleegde literatuur

Kenmerken

Datering:
1369 - 1974
Auteur:
G. Timmerman (1982)
Titel inventaris:
Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.