De in het Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard gelegen Waalpolders werkten evenals de Develpolders al vanouds samen. Zij kenden namelijk dezelfde belangen, omdat zij hun overtollig water op hetzelfde water, respectievelijk de Waal en de Devel, loosden. De polders Hendrik-Ido-Ambacht, Sandelingen-Ambacht en Heerjansdam, Rijsoord en Strevelshoek zijn de drie Waalpolders. In 1928 werd de polderbemaling van deze polders verbeterd. De bemaling van de Waalpolders werd met behulp van de nodige watergangen en stuwen geconcentreerd in het gemaal van Sandelingen Ambacht. Dit in 1882 gestichte poldergemaal werd hiertoe gemoderniseerd, waarna het werd omgedoopt tot het Centraal Waalpoldersgemaal. Het Centraal Waalpoldersgemaal was voorzien van een Crossley ruwoliemotor van 78/86 PK met een direct gekoppelde horizontale centrifugepomp met tweezijdige toevoer. De capaciteit van de installatie bedroeg 110 m3/min bij een opvoerhoogte van 1,85 m. De persbuis was door de Achter Ambachtseweg gevoerd en mondde uit in een 100 meter lang kanaal, dat het water naar de Waal bracht. Door het gemaal werd een oppervlakte van ongeveer 1380 ha bemalen. Via een afsluitbare buisleiding in de Langeweg waren de Waal-en Develpolders met elkaar verbonden. Zo kon in de Tweede Wereldoorlog toen het Centraal Waalpoldersgemaal door gasoliegebrek uitviel met behulp van het Develgemaal het gehele niet geinundeerde deel van de Zwijndrechtse Waard toch bemalen worden.